Verkennend onderzoek rond voormalige brandweerkazerne vermeldt verkeerde bodemsaneringsnorm voor PFAS [UPDATE]

“De resultaten zijn hoopgevend”, zo klonk het nog in het persbericht van het Mechelse stadsbestuur eind juli 2021, naar aanleiding van het verkennend PFAS-onderzoek in de buurt van de voormalige brandweerkazerne. Bij nadere lezing van dat rapport, door het magazine As Gau Paust, blijken de bodemresultaten voor ‘som PFAS’ afgezet ten opzichte van een verkeerde bodemsaneringsnorm.

Foto: kabouterhuisje in Vrijbroekpark

De resultaten van het verkennend bodemonderzoek in enkele aanpalende tuinen van de voormalige brandweerkazerne, waar het oud-oefenterrein verontreinigd raakte door jarenlang gebruik van PFAS-houdend blusschuim, leken aanvankelijk relatief mee te vallen. Van de 8 bodemstalen overschreden er weliswaar 3 de richtwaarde voor PFOS en 4 die voor PFAS, maar geen enkel bodemstaal deed dat voor de bodemsaneringsnormen voor PFOS en PFOA.

Maar opvallend: in hetzelfde onderzoeksrapport viel eveneens te lezen dat dit evenmin het geval was voor de bodemsaneringsnorm voor PFAS (lees: ‘som PFAS’, want deze term verwijst naar de som van de poly- en perfluoralkylstoffen waarvan PFOS en PFOA deel uitmaken, red.). En da’s geen detail, want momenteel bestaat er in ons land eigenlijk geen bodemsaneringsnorm voor PFAS. 

Op geen enkel meetpunt werd de ontwerpnorm voor de bodemsaneringsnorm voor PFOS, PFOA of PFAS (som) overschreden.

Merk op dat het PFAS-onderzoeksverslag stelt dat de bodemsaneringsnorm voor som PFAS niet werd overschreden, terwijl er eigenlijk nog geen bodemsaneringsnorm bestaat voor som PFAS
Bodemsaneringsnorm = het niveau van bodemverontreiniging dat een aanmerkelijk risico inhoudt voor negatieve effecten voor mens of milieu, gelet op de kenmerken van de bodem en de functies die deze vervult. Enkel voor PFOS en PFOA bestaan er momenteel dergelijke normen.

Richtwaarde = de waarde waaronder de bodem al diens functies kan vervullen zonder dat enige beperking moet worden opgelegd en de bodemkwaliteit gevrijwaard blijft voor de volgende generaties. Zowel voor PFOS en PFOA bestaan er richtwaarden. De som PFAS wordt dan weer pragmatisch getoetst aan een waarde van 8 μg/kg ds (droge stof, red.).
pief poef pfas

In het verkennend bodemonderzoek, dat de stad in alle transparantie op haar website publiceerde, zette het onderzoeksbureau de bodemsaneringsnorm voor som PFAS op 18 µg/kg ds. In haar rapport motiveert het studiebureau haar keuze aan de hand van een OVAM-publicatie van eind 2019.

Maar bij navraag gaf het betrokken onderzoeksbureau aan dat zij die waarde van 18 µg/kg ds voor som PFAS niet langer aanhoudt. Meer zelfs: het bureau schuift geen enkele waarde meer naar voren in dit verband.

Het onderzoeksrapport hanteert voor som PFAS een bodemsaneringsnorm (BSN) van 18 µg/kg ds. Een waarde die het onderzoeksbureau naderhand introk. (Figuur: fragment uit het onderzoeksverslag PFAS brandweerkazerne)

Een waarde die wel overeind blijft, is de richtwaarde (RW) van 8 µg/kg ds voor som PFAS (zie roze kaderstukje), zoals een onderzoekslabo dat wij contacteerden deze zelfs ook hanteert als pragmatische ‘bodemsaneringsnorm’ bij het eigen PFAS-bodemonderzoek. Een cruciale keuze, want op die manier zouden plotsklaps 4 van de 8 grondstalen uit het Mechelse bodemonderzoek nabij de voormalige brandweerkazerne rijp lijken voor sanering. Bij een keuze van 18 µg/kg ds overschreed daarentegen geen enkele bodemstaal die drempel voor som PFAS.

Hokus pokus PFAS

Toch maar even ons licht opsteken bij de bevoegd schepen van klimaat en milieu, Marina De Bie (Groen), want zij was het die samen met burgemeester Alexander Vandersmissen (Open VLD)  voorbije zomer dat hoopgevende PFAS-persbericht de wereld in stuurde. Hoe de schepen naar die conclusie over ‘som PFAS’ kijkt nu blijkt dat het studiebureau geen bodemsaneringsnorm voor som PFAS meer voorstelt?

De kabinetsadviseur, die onze vraag in eerste instantie beantwoordde, benadrukt op zijn beurt dat er vandaag, behalve voor PFOS en PFOA, geen ontwerpnormen beschikbaar zijn (zoals u al kon lezen in het roze kaderstukje, red.): “PFAS is een verzameling van 6.000 verschillende stoffen en is daardoor geen parameter op zich, maar een verzameling van meer dan 6.000 parameters. In de huidige context analyseren we in Vlaanderen een pakket van een dertigtal parameters. Behalve voor PFOS en PFOA zijn geen ontwerpnormen beschikbaar en is hiervoor in principe geen toetsing mogelijk.”

Daarmee lijkt het kabinet de fout in het rapport te erkennen, maar wijst voor een grondiger antwoord in de richting van OVAM: “Het verkennend onderzoek werd in opdracht van de OVAM uitgevoerd, waardoor het logischer en correcter is dat zij dit ten gronde beantwoorden. Mogelijk krijgt u van hen nog bijkomende informatie of als wij dit krijgen, zullen we dit nog nasturen.”

Volgens het kabinet van schepen De Bie gelden de parameters voor PFOS en PFOA vandaag als een soort gidsparameters: “Ongetwijfeld is deze werkwijze ook ingegeven vanuit de verworven inzichten over de meest voorkomende en meest schadelijke effecten”, reageert de kabinetsadviseur, die aanvult erop te vertrouwen “dat de andere resultaten door beleidsmakers en deskundigen wel degelijk mee geëvalueerd worden vanuit een ‘expert judgement’ en dat bijvoorbeeld minstens toegezien wordt op de onderlinge verdeling van PFAS-parameters”.

Discussie

De chemicus Karl Vrancken is zo’n expert. Vrancken coördineert voor Vlaanderen de aanpak van de PFAS-problematiek en gaf ook tijdens de Mechelse bewonersvergadering over PFAS een korte presentatie.

De Vlaamse ‘PFAS-coördinator’ benadrukt echter dat hij geen bevoegdheden heeft voor het beoordelen of voorstellen van bodemsaneringsnormen: “Mijn taak is om de experten terzake samen te brengen en beslissingsprocessen in gang te zetten. Vanuit die achtergrond kan ik enkel aangeven dat er richtwaarden voor bodemsaneringsnorm zijn voor PFOS en PFOA. Beide PFAS componenten worden afzonderlijk beoordeeld. Er is geen somparameter van toepassing.”

Wel merkt Vrancken op dat het bij het opzetten van een bodemsaneringsplan, na het beschrijvend bodemonderzoek, aan de erkend bodemsaneringsdeskundige is “om een terugsaneerwaarde voor te stellen, rekening houdend met de richtwaarde bodemsaneringsnorm en eventueel andere risicogegevens”.

Verder stipt Vrancken nog aan dat hij met de inhoudelijke expertengroep, die verbonden is aan zijn opdracht, nieuwe blootstellingsmodellen uitwerkt: “Die moeten toelaten om de discussie rond herziening van de bestaande richtwaarden bodemsaneringsnorm op te starten, op basis van modellering van relatieve bijdrage van verschillende routes en relatieve risicofactoren voor de verschillende PFAS. Dat is echter werk dat maar op midellange termijn afgerond zal kunnen worden.”

Dit waren de persvragen die we op 9 september aan schepen De Bie stelden. Zodra we een vervolgantwoord ontvangen leest u dat hier meteen.

1) Hoe kijkt u naar de conclusie uit het rapport voor wat som PFAS (bodem) betreft nu blijkt dat het studiebureau geen bodemsaneringsnorm som PFAS (bodem) voorstelt?

2) Welke waarde voor de bodemsaneringsnorm voor som PFAS (bodem) laat u zelf dan naar voren schuiven ipv 18 µg/kg ds? (Uiteraard wetende dat dit niet de formele norm is, maar een eigen gekozen norm.)

3) Wat is de motivatie voor de door u genoemde waarde voor bodemsaneringsnorm som PFAS voor bodem (uit vraag 2)?

4) Hoe moeten burgers de som PFAS-meetresultaten (bodem) begrijpen als er geen bodemsaneringsnorm voor som PFAS voor het vaste deel van de aarde zou worden voorgesteld?
In afwachting van de antwoorden, alvast de vragen. (Wordt vervolgd.)

UPDATE 21.09.2021: Reactie van OVAM

We kregen kort na de publicatie van ons artikel ook een bijkomend antwoord van OVAM toegestuurd via het kabinet van schepen De Bie. Hieronder lees je dit antwoord integraal.

Het is correct dat er op heden geen (ontwerp) van bodemsaneringsnormen beschikbaar zijn voor PFAS (som). Deze zijn op heden enkel beschikbaar voor de parameters PFOS en PFOA.

Zoals men terecht aanhaalt, is dit door [het studiebureau] dan ook foutief vermeld in het voormelde onderzoeksverslag. Dit verandert evenwel niets aan de conclusies van het verslag. De bodemsaneringsnorm kan je zien als een signaalwaarde die aangeven of er verder onderzoek nodig is of niet. Deze beslissing werd al eerder genomen.

Er werd namelijk reeds een oriënterend bodemonderzoek (OBO) ingediend. Op basis van dit OBO is de conclusie dat verder onderzoek (BBO) nodig is.

Het beschrijvend bodemonderzoek (BBO) voor de PFAS-verontreiniging die ter hoogte van de voormalige brandweerkazerne werd vastgesteld is dan ook reeds in uitvoering in opdracht van de stad.

In een dergelijk BBO wordt in de eerste plaats de bodemverontreiniging in het vaste deel van de aard en het grondwater horizontaal en verticaal afgeperkt en in kaart gebracht. Eens de omvang van de verontreiniging in kaart is gebracht, voert de bodemsaneringsdeskundige vervolgens een risico-evaluatie om het mogelijke risico van deze verontreiniging op vlak van verspreiding, voor de menselijke gezondheid (humaan-tox) en voor het leefmilieu (eco-tox) in te schatten.

Indien de bodemverontreiniging een risico inhoudt of kan inhouden, dient na het beschrijvend bodemonderzoek tot bodemsanering te worden overgegaan. Als de bodemverontreiniging geen risico inhoudt of geen risico kan inhouden, is er geen verdere aanpak nodig. Voor deze locatie was de conclusie van het OBO dat verdere maatregelen, met name het uitvoeren van een BBO noodzakelijk is.
Meer informatie rond het BBO vindt u terug op de website van de OVAM: https://www.ovam.be/wat-bbo

Op 12 augustus 2021 heeft de OVAM de eerste versie van het onderzoeksprotocol voor de verkennende bodemonderzoeken naar een mogelijke verontreiniging met PFAS op brandweerkazernes, brandweeroefenterreinen en locaties waar zware branden met fluorhoudend schuim zijn geblust, gepubliceerd op haar website.

Het onderzoeksprotocol kan u hier terugvinden: https://www.ovam.be/onderzoeksprotocol-verkennende-bodemonderzoeken-pfas-op-brandweersites-0

Het onderzoeksverslag van [het studiebureau] dateert echter van voor dit onderzoeksprotocol beschikbaar was. Bijgevolg is dit onderzoek dus ook nog niet opgesteld volgens de richtlijnen van dit protocol.

Men was zich hiervan terdege bewust op het moment van het verkennend bodemonderzoek. Het doel van het onderzoek van [het studiebureau] is ook verschillend van de aanpak in het onderzoeksprotocol (namelijk het nagaan of een potentiële locatie een risicolocatie betreft). Dit was in het geval van de Brandweer Mechelen niet meer nodig. Vandaar dat het onderzoek van [het studiebureau] zich toespitste op de buurt in plaats van het terrein waar de bodemonderzoek ontstaan is. Het betrokken onderzoeksverslag werd opgesteld om een eerste zicht te krijgen op de mogelijke impact en verspreiding van de PFAS-verontreiniging naar de buurt toe. Dit wordt nu verder bekeken in het beschrijvend bodemonderzoek.
Enkel de naam van het studiebureau hebben we verwijderd.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s